SV | Want het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, [dat] Ik zijn juk van uw hals verbreken, en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich niet meer van hem doen dienen. |
WLC | וְהָיָה֩ בַיֹּ֨ום הַה֜וּא נְאֻ֣ם ׀ יְהוָ֣ה צְבָאֹ֗ות אֶשְׁבֹּ֤ר עֻלֹּו֙ מֵעַ֣ל צַוָּארֶ֔ךָ וּמֹוסְרֹותֶ֖יךָ אֲנַתֵּ֑ק וְלֹא־יַעַבְדוּ־בֹ֥ו עֹ֖וד זָרִֽים׃ |
Trans. | wəhāyâ ḇayywōm hahû’ nə’um JHWH ṣəḇā’wōṯ ’ešəbōr ‘ullwō mē‘al ṣaûā’reḵā ûmwōsərwōṯeyḵā ’ănatēq wəlō’-ya‘aḇəḏû-ḇwō ‘wōḏ zārîm: |
Want het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, [dat] Ik zijn juk van uw hals verbreken, en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich niet meer van hem doen dienen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, [dat] Ik zijn juk van uw hals verbreken, en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich niet meer van hem doen dienen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!